Met de eerste lentedag van 2018 op zaterdag, met 21 graden achter ons, waren wij nu op zondag aan de beurt. Alles beter dan de temperaturen in de aanloop hier naar toe. Wat hebben we een koude aanloop hier naar toe gehad. Gevoelstemperaturen van -20 graden, door de regen en harde wind. De temperatuur was deze zondagochtend nog perfect met een graad of 12 tot 14, wel zou het opwarmen tot ongeveer 21 graden, niet helemaal ideaal maar beter dan regen en harde wind. Een editie eerder in 2017 was het zelfs nog een stukje warmer.
Het is na 4 jaar weer mijn eerste marathon waarbij ik mijn eigen record weer wil verbeteren, destijds klokte ik, ook in Rotterdam, een tijd van 3:10,47. Daarna nog een mislukte poging in Oldenburg gedaan waar ik voor het eerst moest uitstappen op een marathon wegens een blessure aan mijn been. Die blessure komt bij vele arbeid vaak weer de kop op steken. Daarna nog de Slachte (2016) als haas gelopen en in 2017, ook in Rotterdam, met Petra Bus, de nog warmere editie, goed uitgelopen. De voorbereiding naar deze marathon ging voorspoedig. Na de halve marathon op Terschelling in november 2017 heb ik de trainingen al opgepakt. Het doel was om goed te zijn in Schoorl (februari) op de 30km en mij dan op te geven voor Rotterdam als dat goed zou uitpakken. Verder geen wedstrijden, honger krijgen in DE wedstrijd.
Zo geschiedde. In Schoorl een mooie vlakke race, bekroond met een persoonlijk record in mijn 10e editie aldaar. Onderweg geen lasten gehad. Dubbele winst. Ook de eindtijd was sterk met een gemiddelde van 4,16m per km. Maar de weken na Schoorl ging het herstel maar moeizaam. Dat blijft toch een dingetje. Dus luisteren naar je lichaam, minderen in kilometers. Op naar het hoofddoel, Rotjeknor.
3 weken voor de marathon op 18 maart, pak ik Ameland nog mee, net als in 2017. Een trail van 35km door de natuur, werkelijk prachtig. Net als vorig jaar doe ik deze rustig aan, ik heb mijn camera dan ook meegenomen. Omdat het herstel niet altijd lekker gaat heb ik van tevoren met mijn trainer (dat ben ik zelf) afgesproken om deze zelfs in te korten tot 30km. De laatste kilometers krijg ik daar wat last van de knie en linker bovenbeen, nee he, het ging net zo lang goed.
2 weken van tevoren nog een weekend op Schier. De Monnikenloop. Zelf loop ik niet mee, alleen een stukje voor mezelf, 5km dribbelen. Het gaat, het is gevoelig. Verder dan 16 km loop ik niet in deze hele week, rust. De conditie is toch wel goed. Ik twijfel enorm. Het ging zo mooi. Een dikke week voor de marathon op zaterdag doe ik nog een tempo test. Eerst een beetje dribbelen en dan 7km op marathon tempo, 4,25-4,30. Ik voel mijn linker bovenbeen, maar de pijn in de knie is weg. Nog een keer laten masseren en een weekje smeren, wandelen in plaats van lopen, maar vooral uitrusten.
Het weerbericht werd al weken in de gaten gehouden. We hadden al gekscherend tegen elkaar gezegd dat het op 8 april wel weer boven de 20 graden zou zijn. Zo geschiedde. Op zaterdag konden we er deze keer nog een beetje aan wennen. Op zondagochtend is het zoals gezegd zo’n 13 graden. In het hotel, waar ik met mijn 3 loopkameraden, Ludo, Kees en Frank ben en waar ook Peter en Erika zijn, mij helemaal vol gegeten met brood en pannenkoekjes. Met een flesje water in de hand fietsen we richting de start rond 9.00 uur. Ik heb een vuilniszak aangetrokken tegen de ”kou”. De fiets wordt geparkeerd in het finish gebied. Daarna moet ik naar wave 1 lopen, aan de voet van de Erasmus brug. Het wordt al goed druk.
Rond 9.30 uur ben ik al in mijn startvak, naast het startvak kun je nog prima warm dribbelen. Alles voelt goed. Op vrijdag had ik nog steeds twijfels waar ik op weg zou gaan. Warm, het been, de knie. Het blijft natuurlijk een klote eind en opgeven wil je toch weer niet. Ik ga er natuurlijk gewoon voor. Eigenlijk had ik alleen 3 weken geleden echte pijn, daarna ging het wel. Het is vooral altijd na het lopen dat de klachten komen. 3.09,59 is het doel. Als het goed gaat kan ik hopelijk nog wat versnellen als het mis gaat, dan heb ik het in ieder geval weer eens geprobeerd. Ik sta pal onder Lee Towers om 9.55 uur in het rechter startvak (Een goede keuze blijkt achteraf bij de beelden van de start). Ik word er emotioneel van, niet eens omdat hij zo slecht zingt, het zal wel de hele spanning zijn geweest.
10.00 uur: Daar gaan we met zijn duizenden. Vele bekenden met mij. Ik start mooi voorin, maar zeker ook niet vooraan en kan na wat zigzaggen van wat tragere lopers (ken je plek toch) na een dikke kilometer na de Erasmus brug gelijk in mijn ritme komen. Alle kilometers gaan nog binnen 5 tellen, perfect. Ik start met het flesje water in de hand, drinken en koelen gelijk. Na 8 km is deze leeg, genoeg gedronken, zelf heb ik maar 3 gelletjes mee. Ik hou er niet van, maar je moet wat hebben. Meer gelletjes gaat mij tegen staan en in trainingen gebruik ik ze niet (zo train je dat). Na 10 km kom ik door in 44,55. Precies op schema voor de 3.10,00, die paar tellen loop ik er wel ergens af als ik goed genoeg ben. Inhouden in het begin.
Bij zo’n 12 km in de wedstrijd komt de groep van 3uur, 10 mij in de nek hijgen. Ik loop er het liefst iets voor omdat het zo’n gedrang wordt in zo’n grote groep. Iedereen wil in de buurt van de pacer lopen. Maar als ik iets onder de 4,30 wil aanhouden gaan ze mij toch voorbij. Deze pacer loopt duidelijk wat te snel. Vanaf kilometer 13 tot kilometer 20 lopen we 4.22 per km. Fit als ik ben kom ik verhaal halen. “We gaan steeds wat te hard”. Dit is bewust zegt de beste man. “”We gaan bij 20 km weer wat rustiger”. De logica ontgaat mij. Bij een marathon moet je niet teveel marge op willen bouwen, je winst pakt je wel na de 33 km.
Bij 20 km gaat het tempo inderdaad weer naar ca 4,30 per km. Ik had me toch laten inhalen door de groep en kom nu weer naar voren. Ik loop op de eerste rij want ik wil niemand voor me hebben te lopen. Het wordt nu ook duidelijk warmer. Bij de 5 km posten neem ik steeds 2 bekers water en gooi steeds een beker water over mij heen. Ook tussen de waterposten zit om de 2,5 km een sponzenpost. Na 18 km had ik mijn eerste gelletje genomen. Op de halve marathon kom ik door in 1:34,03. Ietsje te snel, ik kijk op mijn hartslagmeter die 160 aangeeft, dat is dan wel prima. Met eventueel een minuutje verval in het 2e gedeelte ben ik goed op schema. Maar ik voel me uitstekend en voel dat er meer in zit.
Ik loop weg uit de groep, het is mij te vol. Bovendien is het bij de sponsposten en waterposten dan extra druk. Bij 28km loop ik mijn snelste kilometer in de hele race (4,17). Ik moet me zelf temperen om niet harder te gaan, niet doen het wordt nog warmer, pas na 33km mag je als je kunt. Zo ben je de hele tijd aan het berekenen wat het kan worden. Maar de mensen zijn op sommige plekken ook zo enthousiast dat je wel eens te snel wilt gaan. Wat een publiek, wat een vrijwilligers, wat een weer. Mijn 2e gelletje is een nu pas een feit. Het Kralingse Bos dient zich zo aan. Het is mijn 4e keer hier in Rotterdam maar dat bos heb ik nog nooit gezien. Ik ben inmiddels natuurlijk ook Appelscha gewend. Het is een lastig punt in de wedstrijd, wat minder publiek en een punt van kun je mee, of haak je af. De man met de hamer moment blijft uit. Ik heb nog steeds kilometers rond de 4,26. Bij de waterposten lever ik steeds wat in, maar water moet. Inmiddels pak ik 3, 4 bekers. Hoofd koel houden, armen nat maken en weer door. De benen gaan nu toch ook zeer doen.
Kilometer 36 gaat in 4,38, de langzaamste in de hele race blijkt achteraf. De aanmoedigingschermen hebben we ook gehad. Robert heeft wat ingesproken voor me , wat leuk! Elvira had ook wat ingesproken maar die heb ik niet gezien. Beiden bedankt. Ik zie al veel hardlopers die nu moeten wandelen of aan de kant moeten. Ik haal alleen nog maar mensen in, er is niemand die mij voorbij komt, een goed teken, ik klok 4,30. Nog 5 kilometer. Het beste is er wel af. Maar ik weet al dat het lukt. Een persoonlijk record met dit weer, 4 jaar geleden was het 14 graden. Ik kom op het keerpunt waar aan de andere kant van de weg de mensen nog om de Kralingse Plas heen moeten. Respect, voor hun wordt het alleen maar warmer. Ik moet nog zo’n 20 minuten. Met pijn en moeite hou ik de 4,30 vast, wat een strakke loop. Goed verdeeld, een versnelling zit er niet meer in. Ik kom binnen in een netto tijd van 3:09,03. Yes. Ik voel me nog best fris in het hoofd. Als ik wandel voel ik gelijk mijn knie. Beter nu dan zo straks. Water, heel veel water. Ook water over de knie. De pijn trekt al wat weg. Ik loop nog wat in het finish gebied en zie nog bekenden. De ene blij de ander wat teleurgesteld. Inmiddels heb ik al weer liters bij gedronken, wat bananen naar binnen gewerkt. Mijn maatjes zijn er nog niet en ik loop naar mijn fiets. Terug in het hotel, hoor ik dat ik de 1e loper ben die terug is in het hotel. Helaas is hier geen huldiging voor. Daarna volgen de appjes en kijk in de app van Rotterdam marathon wat de anderen hebben gedaan. Daarna heerlijk douchen en bij eten en drinken. Wat een trek heb je dan.
Het was een super marathon. Bedankt voor alle appjes, berichtjes hoe dan ook. Het heeft zeker geholpen.
Nu even nog geen doel, maar dat er weer een marathon komt dat is zeker.

Groet,
Peter